De nieuwe Havenvrouw van het Jaar (jazeker, een havenvróúw dit jaar) is meer dan ooit doordrongen van het belang van erkenning van de rol van de internationale scheepvaart. Er is immers volop werk aan de winkel nu Covid-19 de wereld in z’n greep houdt, terwijl vraagstukken als bijvoorbeeld verduurzaming en global shift onverminderd spelen. Dat betoogt directeur Annet Koster van de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR).
Claudia Langendoen
Een eervolle onderscheiding!
,,Ik dacht: wow, ik? Ik vind het tegelijkertijd een prachtig signaal richting de KVNR. Ik heb deze titel mede gekregen vanwege mijn nationale en internationale inspanningen om aflossingen van bemanningsleden mogelijk te maken in coronatijd. Dat heb ik natuurlijk niet alleen gedaan. Mensen zaten weken- en maandenlang vast op schepen. Als ze uiteindelijk aan land kwamen was naar huis vliegen vaak onmogelijk vanwege restricties. In samenwerking met KLM hebben we een luchtbrug voor zeevarenden opgezet. We hebben als KVNR afgelopen jaar met veel partijen samengewerkt om problemen veroorzaakt door corona op te lossen.’’
Voelde u zich altijd gehoord?
,,Nee, zeker niet! Ik werd moe van mijn eigen repeterende verhaal. Het verbaasde me ook dat ik continu dezelfde boodschap moest uitdragen. Natuurlijk staat volksgezondheid op één, maar vergeet de zeevarenden niet, zo herhaalde ik voortdurend.’’
En nu bent u terug bij af. Covid-19 houdt meer huis dan ooit.
,,En dan loopt intussen ook de vaccinatiediscussie. Wie vaccineer je met voorrang? Ook nu geldt: volksgezondheid gaat uiteraard voor alles, maar de vorige lockdown heeft ons ook geleerd hoe belangrijk het is om de goederenstroom te laten doorlopen, juist in tijden van corona. Voedsel, grondstoffen voor medicijnen, medische apparatuur: het moet allemaal vervoerd blijven worden. De internationale vrachtmarkt mag niet instorten. We moeten er daarom voor zorgen dat zeevarenden nationaal én internationaal hoog op het vaccinatielijstje komen te staan.’’
Tja, hoe krijg je dat voor elkaar?
,,Door draagvlak te creëren en te kijken hoe andere landen het doen. Neem Singapore waar zeevarenden wel prioriteit krijgen. Natuurlijk moeten we zeevarenden niet bovenaan de lijst willen plaatsen, maar laat ze ook niet tussen wal en schip terechtkomen.’’
Havenvrouw van het Jaar Annet Koster, directeur KVNR
Intussen speelt er nog veel meer.
,,Dat is tegelijkertijd het mooie aan deze branche. Vaak hoor ik studenten zeggen dat ze ertoe willen doen, met name wat betreft energietransitie. Dan zeg ik: dan ben je zeer op je plek in de zeescheepvaart. Er komen zó veel ontwikkelingen op ons af. Op allerlei terreinen. Het is daarom belangrijk dat we de zichtbaarheid van de scheepvaart vergroten voor het Nederlandse publiek. Dat doen wij vanuit de KVNR, voornamelijk vanuit het perspectief van de reders.’’
Heeft de binnenvaart het wat dat betreft makkelijker?
,,In die zin kijk ik inderdaad met enige jaloezie naar de binnenvaart. Binnenvaartschepen zijn beter zichtbaar. Zeevaart zie je amper en opereert mondiaal. Internationale zeescheepvaart is voor de Nederlandse overheid ook lastiger op te pakken dan onderwerpen die landelijk of in Europees verband spelen. Wij moeten als zeevaart harder knokken. Zo ligt bijvoorbeeld wat betreft modal shift de focus erg op de binnenvaart, terwijl de kustvaart hierin natuurlijk ook veel kan betekenen. We trekken hierin samen op met de binnenvaartbrancheorganisaties.’’
Was het altijd al duidelijk dat u in de maritieme wereld terecht zou komen?
,,Totaal niet. Ik werkte na mijn studie rechten en politicologie bij VNO-NCW. Het was wel mijn vader die als kind het maritieme zaadje bij mij plantte, door me vanuit Apeldoorn een keer mee te nemen naar de Rotterdamse haven. Die schepen en zijn verhalen fascineerden me.’’
Wat maakt u als vrouw succesvol?
,,Ik ben niet bang om mijn mening te verkondigen. Ik denk overigens dat mijn vrouw-zijn heeft meegespeeld bij het toekennen van de titel Havenvrouw van het Jaar.’’
Dat zal toch niet?
,,Jawel. En dat is goed. Het is belangrijk de nadruk te leggen op de positie van vrouwen. Vrouwen moeten hierin zelf ook minder bescheiden worden.’’
Hoe ziet u de toekomst van de maritieme branche?
,,Er zal altijd plaats en ruimte voor ons zijn. Maar over het antwoord op de vraag hoe we daar komen, maak ik me zorgen. Het financieringslandschap droogt op vanwege corona. Banken zijn terughoudend, maar willen tegelijkertijd dat alles en iedereen verduurzaamt. We zijn vooruitstrevend, maar hebben natuurlijk wel financiële middelen nodig.’’
Volop werk aan de winkel, dus.
,,Het zijn uitdagende tijden. Als je als brancheorganisaties nu niet je toegevoegde waarde kunt laten zien, kun je het nooit.’’